Piekeren: nietsdoen in de doe-modus

Leestijd: 2 minuten

Het is drie uur ’s nachts…

Je hoofd maalt. Steeds opnieuw denk je aan de drukte van de komende weken. Wat je niet moet vergeten. De mensen met wie je werkt. Hoe het de vorige keer anders is gelopen dan je wilde. Dat je agenda eigenlijk te vol is. Dat je daar-en-daar nog verder op moet studeren. Dat die-en-die waarschijnlijk niet piekeren, maar het gewoon kunnen. Dat je wilt slapen maar niet kan want je bent een piekeraar. Dat je morgen moe zult zijn want slaaptekort en dat kun je juist deze week niet gebruiken. Die foto’s moeten ook een keer ingeplakt worden.

PIEKEREN – MALEN – RUMINEREN

Bah.

Piekeren is nietsdoen in de doe-modus. Dat is geen beste combinatie. Waarom?

Hét kenmerk van de doe-modus is dat je ergens naartoe gaat. Naartoe werkt. Een doel.

Daarmee is de situatie zoals die nu is – niet goed. Wat je hebt niet wat je wilt of je bent niet waar je wilt zijn.

In die modus kun je heel goed functioneren. Als je werkelijk bezig bent met regelen/veranderen/corrigeren/bouwen is het een fijne modus.

Maar, zodra je daarmee stopt – voelt dat niet goed meer. Immers, de toestand is nog steeds niet goed.

Piekeren

Bewust van het verschil tussen doen en zijn

Het zou zo mooi zijn dat áls je stopt met doen, dat je overstapt naar de zijn-modus. Omdat je in de zijn-modus een accepterende houding hebt naar wát er ook aan de hand is. Ook het project dat niet af is. Gewoon. Daarom.

Hoe?

  • Allereerst door deze twee concepten te begrijpen. Je leest er over in dit artikel: Mindfulness, de basis: doen en zijn
  • Daarna, door ze bij jezelf te herkennen.
    • Kijk hoe je in je leven op sommige momenten volledig aanwezig bent in het hier-en-nu en helemaal meebeweegt met wat er gebeurt. Mmm.
    • En dat je op andere momenten lekker dingen het regelen bent. Of aan het maken. Bam bam bam. Check check checkerdercheck. NICE.
  • Hoe voelen die verschillende modi bij jou?

Piekeren, vergeten te schakelen

Met piekeren heb je (nog) niet de overgang gemaakt van doen naar zijn.

Je zit nog in de doe-modus (of de stressmodus) maar je bent NIETS aan het doen. Het wordt niet beter. Je komt niet dichterbij je doel. Dat is niet zoals het hoort. Faal. Je doet het fout.

Wel klooien, maar op de verkeerde plek: in je hoofd. Alwaar je niets echt kunt realiseren.

Iets te kiezen

Als je je bewust bent geworden dát je piekert … je zit er niet helemaal meer in maar kunt er van een afstandje naar kijken… zou je kunnen kiezen:

  • Of ik ga volledig in de doe-modus; echt iets veranderen aan de situatie. (desnoods een lijstje maken om helderheid te scheppen – dan is je verbeterpunt ‘overzicht’ – een belangrijke stap bij het oplossen van een probleem).
  • Óf je kiest voor de zijn-modus – en accepteert dat dit het niet het moment is dat je iets aan het probleem kúnt doen… omdat het drie uur ’s nachts is. En dat je het dus ook niet hóeft te doen. Je laat het er zijn. – Gaan de gedachten niet weg (hoogstwaarschijnlijk), kun je ze dan zien als een waterval. Waar je nu nog onder staat, maar waar je ook achter kunt staan. Zo beschouw je stroom gedachten, maar kletteren ze niet meer op je neer…

Leer jezelf uit elkaar te peuteren wat je kunt doen op een geven moment, en wat niet. Wanneer doe je, wanneer ben je.

En nu jij

  • Herken je dit?
  • Weet je zo een moment van doen en een moment van zijn – in jouw leven?
  • Hoe voelen die modi?
  • Zou je willen experimenteren met het bewust overschakelen?

Vergelijkbare berichten