Loslaten

Waarom loslaten voelt als verliezen

Leestijd: 3 minuten

Loslaten is een jeukwoord. Ik vind jeukwoord een jeukwoord. Toch heb ik het nu drie keer gebruikt. Faal. (ik wil dat deze blogpost anders begint, dan die klaarblijkelijk begint)

Laat het los…
Loslaten…

Grrrrr…

Loslaten voelt vervelend om twee redenen.

  1. Mensen bezigen het als stoplap. Voor jouw of hun eigen leed. ’t is een manier om een (onbevredigend) eind te knopen aan een al bekende klaagzang. <agressie aan>/: en nú moet je er echt iets aan doen…. oh? ga je niks doen? … nou, dan moet je maar loslaten <agressie uit>
  2. Loslaten voelt als verliezen.

Aan punt 1. kan ik niet zoveel doen. We doen allemaal ons best om te dealen met het gedoe dat maar niet weggaat. Spijt, teleurstelling. Dat zijn toch de dingen waarom je reageert met ‘ach, je moet het toch loslaten, schat’?

Het tweede punt is interessanter. Waarom voelt loslaten als verliezen? Omdat te begrijpen, moet ik je eerst vertellen over de doe- en zijn-modus. Twee manieren om met jouw werkelijkheid, jouw leven om te gaan. Als je weet, kunt ervaren, hoe ze voor jou werken, voelen, kun je in dat licht zien waarom Loslaten zo lastig is, en voelt als falen.

De doe en zijnmodus

Doe-modus

In de doe-modus ben je bezig met wat je wilt. Meestal is het huidige moment niet zo, dus ga je dingen doen, om het te bereiken. Als dat gelukt is, denk je weer aan iets nieuws wat je wilt, wat er nu niet is. Dan ga je dat regelen, en dan heb je dat.

Tijd is een belangrijke factor. Met een (teleurstellende) verleden en (hoopvolle) toekomst heb je reden om te streven naar iets anders dan wat er in Het Nu is.

Dit is heel nuttig om jezelf in leven te houden. Want, je regelt geld, een huis en eten mee. Je bouwt er misschien wel een heel mooi en geavanceerd leven mee. Lekker veel geld (vervroegd pensioen), prachtig huis (inpandige garage, vloerverwarming, afwasmachine en een stofzuigerrobot), heerlijk eten (met wel tien vrienden aan een lange tafel).

Lukt dat niet? Faal. Of je beoordeeld het zoals op school op een schaal van 1 tot 10. Een zesje. Een vier. Nul.

Zijn-modus

In de zijn-modus ben je in dit moment en oordeel je er niet over (of, althans, ben je je bewust van je oordeel en hecht er niet te veel waarde aan). Je laat gewoon zijn wat er is. Je houding is accepterend. Geduldig, want is er in dit moment geen tijd.

Als je dit moment niet veroordeeld, wacht je ook niet op het moment dat het wel goed zou zijn. Of je verlangt naar die goede oude tijd (waarvan je denkt dat het wel goed was). Er is hier geen vergelijking met vroeger of een (ingebeelde) toekomst.

In de zijn-modus hoef je niets. Je kunt er tot rust komen. Waarderen. Verwonderen.

Dat is toch bijna niet voor te stellen, in een wereld die ambitieus en competitief is!

Het verschil tussen doen en zijn, zit ‘m niet in de hoeveelheid activiteiten. Je kunt actief zijn, doen dus, in de zijn-modus. Je beweegt mee met wat er gebeurt en ben je niet bezig met de uitkomst. Je bent aanwezig. Mindful. Je kunt ook niets-doen in de doe-modus. We noemen dat piekeren. 

Van verliezen naar niet-oordelen

Loslaten voelt als verliezen, als je het beschouwd vanuit de doe-modus. Als je stopt met aanpassen en updaten en bijschaven – hoe moet je dan nog voor elkaar krijgen wat je wilt? Nou, niet! Krijg je niet wat je wilt = verlies. Au.

Bekijk het nu eens vanuit de zijn-modus. Dit moment is oké. Je hebt er namelijk geen oordeel over. Niet goed, niet slecht. Gewoon oké. Je accepteert de situatie zoals die nu is. Dat betekent niet, dat je er nooit meer mee aan de slag gaat. Maar nu even niet. Je kijkt met nieuwsgierigheid naar wat er wél is. Verwonderd je misschien zelfs een beetje. Wow. Je zucht diep. Ademt. Even niets doen. De situatie met rust laten = rust. Ontspanning. Misschien ontstaat er wat ruimte. Zoom je uit. Er is meer dan alleen dat wat mis is.

Loslaten kan alleen in de zijn-modus. Het voelt alleen juist, als je er niet over oordeelt. Oordelen is denken. [ daarover kun je in Waarom je (niet) moet stoppen met oordelen verder lezen ] Je zult je denkgeest op z’n plek moeten zetten: niet de koning, maar de dienaar.

Kun je geduldig zijn en nieuwsgierig naar hoe dit moment zich ontvouwt, zonder dat je er met alle macht aan trekt?

Let op! Je kunt niet tegelijkertijd loslaten én dit moment veroordelen omdat het niet is zoals je wilt.

Je zult je oordeel tijdelijk moeten opschorten.

Loslaten is een momentopname. Hier-en-nu.

Steeds opnieuw.

Mediteren om te oefenen met loslaten

Als je afdwaalt, in gedachten verzonken raakt (over dat het tóch anders moet) ben je weg uit het hier-en-nu. Maar, zodra je dat opmerkt, ben je al weer terug! Afdwalen, opmerken en terugkeren: een beweging die je oefent met mediteren. Die je goed kunt gebruiken om steeds weer los te laten.

Zit je met een thema in je leven waarin je wel wílt loslaten, maar ’t lukt niet? Neem dan in ogenschouw in hoeverre je over dit thema denkt, vergelijkt, oordeelt. Hoe tijd een aspect is. Of je in de doe-modus zit. En hoe je vanuit Zijn misschien wél kunt loslaten.

Vergelijkbare berichten