Mindfulness, de basis: de 7 helpers
Jon Kabat Zinn, de grondlegger van de mindfulness zoals we het nu hier kennen en beoefenen, heeft zeven houdingen benoemd die je kunnen helpen om meer mindful te zijn.
De zeven houdingen van mindfulness
- Niet-oordelen
- Geduld
- Frisse blik
- Vertrouwen
- Niet-streven
- Accepteren of aanvaarden
- Loslaten
Hoe gebruik je de houdingen?
Een paar instructies:
De houdingen zijn geen doelen. Niet iets om naar te streven.
De houdingen ervaar je hier-en-nu. Als je met niet-oordelende aandacht in dit moment aanwezig kun zijn – komen ze vanzelf naar boven drijven. Het zijn kenmerken van de zijn-modus. Je kunt ze dus niet doen.
Door de zijn-modus te oefenen – formeel & informeel – ontwikkel je deze houdingen. En vise versa.
De houdingen zijn bewuste responsies. Het tegenovergestelde van de gehaaste reacties van de automatische piloot.
De houdingen kun je ‘inzetten’ om je te helpen in je beoefening én in je dagelijks leven: Hoe je mediteert, hoe je je werk aanpakt, hoe je naar je huisgenoten bent, hoe je de afwas doet.
Het zijn woorden om je te inspireren. Om te her-inneren. Om steeds weer bij terug te komen.
Zonder verder oponthoud, hier zijn ze met toeliching:
1. Niet-Oordelen
Oordelen doe je met de denkgeest. In gedachten. Daarmee ben je niet hier aanwezig. Als je in gedachten iets beoordeeld – kijk je al niet meer naar dat waar je over nadenkt. Je aandacht is vliegensvlug verplaatst naar je denken. Je vereenzelvigd je met de bril die je ophebt. Met oordelen beperk je je: dingen worden kleiner, kleurlozer, platter en simpeler.
Oordelen geeft je misschien het gevoel dat je grip hebt. Je snapt het!
De uitdaging van niet-oordelen zit h’m dan ook in eerlijk zijn over dat je niet alles weet. Dat je eigenlijk maar heel erg weinig weet. Je staat met lege handen.
Daarmee komt ook meteen de schoonheid van niet-oordelen in zicht. Met lege handen = open naar hoe het wél is. Niet-oordelen geeft je vrijheid om écht te kijken wat er gebeurt. Om te zien dat alles steeds veranderd, en dat oordelen daarmee behalve onnodig ook onzinnig is.
Meer effecten van oordelen lees je in Waarom je (niet) moet stoppen met oordelen
2. Geduld
Geduld is een vorm van wijsheid. Je weet dat dingen hun tijd nodig hebben. Als je een zaadje plant, ga je het ook niet elke dag opnieuw opgraven om te kijken of het groeit. Geduld beoefenen is ruimte geven aan hoe de dingen zich ontvouwen.
Dat betekent ook: controle loslaten. Je er even niet mee bemoeien. (Wat niet betekent dat je je er helemaal van afkeert). Kun je aandacht hebben voor wat je doet of wat er gebeurt, zonder dat je steeds maar wilt ‘bijsturen’?
3. Frisse Blik
Onze hersenen zijn efficiënt. Als je niet oppast gaat nieuwe informatie meteen in de mal van bekende informatie. Of het roept een herinnering op. Ga je vergelijken. Daarmee verliest het al iets van z’n volledigheid, van z’n uniekheid.
Elk moment is nieuw. En bekende dingen (de route naar werk bijvoorbeeld) zijn ook steeds weer anders. Zelfs al is het ding exact hetzelfde, dan is de omgeving anders, of jijzelf – de waarnemer.
Met een frisse blik neem je een houding van ‘alles om je heen steeds weer te bekijken alsof je het nog nooit hebt gezien’. Als een kind. Beginners Mind, zeggen de engelsprekenden. Zo zie je dingen die je nog niet eerder gezien hebt. Nuances. Kleuren. Geuren. Structuren. Eenvoud. Complexiteit.
“Ken ik al” is de dood in de pot. Het maakt het leven saai.
Inspiratie: Nieuwjaarsvoornemens en de Frisse Blik van mindfulness
4. Vertrouwen
Je wéét niet of het goed af gaat lopen. Je kunt namelijk niet in de toekomst kijken. Vertrouwen begint dan ook hier. Nu. Dit moment is oké. Het vorige moment kwam ook goed. Het volgende moment ook. Kleine stapjes.
Vertrouwen is ook niet-op-de-zaken-vooruit-lopen. Weten dat je nu nog niet oplossingen kunt bedenken voor problemen van straks. Omdat je nog niet alle informatie hebt. Die is dan pas beschikbaar. Vertrouwen is weten dat je dan dat wel zult kunnen. Zoals in het verleden ook gebleken is. In het moment zit meer wijsheid dan je denkt.
Zo lang je nog leeft, kun je zeggen – het is goed afgelopen. Al die problemen die onoplosbaar leken hebben op een of andere manier zich toch opgelost. Misschien niet op een manier die je voor ogen had. Maar desalniettemin is het goed gekomen.
5. Niet-Streven
Als je streeft, ben je met een uitkomst bezig. Daardoor zie je dit moment over het hoofd. Het geeft een gevoel van onrust, want ‘je bent er nog niet’.
Een houding van niet-streven brengt je terug naar hier. Het geeft helderheid en focus – omdat je je kunt wijden aan waar je Nu mee bezig bent. Je laat je niet afleiden door gewenste resultaten die pas in de toekomst zichtbaar zullen zijn.
Niet-streven helpt je om echt aanwezig te zijn in je leven. Dit moment is niet alleen een middel om bij het volgende moment te komen. Dit moment is er om in te Leven.
6. Acceptatie of aanvaarding
Acceptatie of aanvaarding betekent stoppen met vechten tegen wat er nu gaande is. Met onze reactie van prettig (mmm, niet kwijtraken) of onprettig (weg er mee) besteden we zoveel tijd aan ruzie met wat is.
Bijvoorbeeld: schelden op het weer, of op dat je griep hebt, of dat je de verkeerde tegels voor de badkamer hebt gekozen.
Stop met ruziemaken met je eigen leven! Ontspan in de afkeer. Je zult zien dat de zaken kunnen veranderen zonder dat je forceert. De badkamertegels zullen niet vanzelf van kleur veranderen. Maar misschien wel hoe belangrijk jij het vind.
7. Loslaten
Loslaten lijkt soms zo moeilijk omdat we denken dat je het moet doen. Maar het is, zoals alle houdingen hier, een kenmerk van de zijn-modus. Je kunt het dus niet doen.
Loslaten is je hand openen. Daarmee is datgene wat je los wil laten (spanning bijvoorbeeld) niet weg. Maar er is ruimte ontstaan tussen jou en die narigheid. Je bent het niet. Het is er. Je laat het er zijn.
Loslaten is het tegenovergestelde van verkramping. Kramp rondom een verlangen om iets vast te houden, of afkeer van iets waar je vanaf wilt. Met loslaten erken je je verlangen en afkeer. Het mag er zijn, eenvoudigweg omdat het er toch al is.
Loslaten geeft ruimte aan iets nieuws. Je ademt in, en ademt uit zodat er ruimte is voor een nieuwe inademing. Een boom laat z’n bladeren los in de herfst, en in de lente groeien er nieuwe. De natuur doet het je voor.
Verweven
Al deze houdingen zijn met elkaar verweven. Zoals de facetten van een diamant geven ze allemaal toegang tot én uiting van hetzelfde: de zijn-modus.